Caryota Mitis

De Caryota Mitis komt eigenlijk over de hele wereld in de tropen voor, maar van origine komt hij uit Azië. Ongeveer tussen India en de Filipijnen. Fun fact: Als de Caryota in de natuur zijn definitieve grootte behaald heeft, kan hij ook bloeien! Zijn 'bloemen' lijken op parelkettingen.

Deze plant heeft geen luchtzuiverende eigenschappen. Er bestaan namelijk planten die schadelijke stoffen zoals benzeen, formaldehyde en andere fijnstoffen die bijvoorbeeld uit je bank of tapijt komen zetten filteren. Om dit effect te bereiken heb je trouwens wel heel veel planten nodig. Meer weten over luchtzuiverende planten? Lees het hier!

De Caryota Mitis is niet giftig voor mensen en dieren.

De Caryota doet het het best als hij constant in vochtige grond staat. Niet té nat, want van natte voeten krijgt hij de rillingen en dan zal je snel zien dat het niet meer zo goed met hem gaat. Let er dus op dat er geen laagje water onderin de pot blijft staan. Je kan hem hierdoor beter wat vaker kleine scheutjes water geven, dan hem in één keer helemaal doordrenken. Eens per vijf dagen is prima, maar het ouderwetse 'even voelen met je vinger in de potgrond' is hier wel weer van kracht! Meten is weten!

De Caryota Mitis redt zich prima op een plekje in de (half)schaduw, maar net zoals alle Palmen heeft hij wel licht nodig. Merk je nou dat hij niet meer zo hard groeit, of weinig nieuwe blaadjes krijgt? Zet hem dan wat dichter bij het raam. Als je ziet dat hij gele of heel lichtgroene bladeren krijgt, zet hem er dan juist wat verder vanaf. Z'n vinnetjes horen donkergroen te zijn.

Als je jouw Caryota Mitis voeding wilt geven, kan je dit het best om de twee weken doen, gedurende de zomerperiode. Je kan hiervoor speciale Palmvoeding kopen. Let er wel op dat je de aanbevolen dosering op de verpakking goed aanhoudt, want te veel voeding doet meer kwaad dan goed.

De Caryota kan eens per twee jaar wel een groter jassie gebruiken. Je kan dit direct na de aankoop doen, maar als dit in de winter is, kan je beter tot de lente wachten. Dat is het ideale verpotseizoen!

De Caryota is en blijft een Palm, dus bruine of lelijke bladeren zijn niet echt te voorkomen. Ze maken gelukkig wel makkelijk blad aan, dus als je ziet dat er minder mooie bladeren tussen zitten, kan je ze het best gewoon even wegknippen. Ook bruine randjes kan je gewoon te lijf gaan met de schaar. Jammer genoeg is het alleen niet mogelijk om een een Caryota Mitis echt te snoeien, want ze lopen niet meer uit, nadat de stam geknipt is.

De Vissenstaartpalm is niet echt gevoelig voor een bepaalde ziektes. Wel is het belangrijk om hem om de zoveel tijd te controleren op luis en spint. Goed onder de oksels kijken, dus! Hoe sneller je erbij bent, makkelijker je die gasten je Palm uit krijgt.