Schefflera

De wortels van de Schefflera, die ook wel de Vingerboom wordt genoemd, liggen ver van Nederland: in Australië en omringende landen. In Nieuw-Zeeland en Australië komen zo'n 150 verschillende soorten voor. In de Nederlandse huiskamer vind je voornamelijk de bonte varianten, met verschillende kleuren in het blad. Soorten die je veel tegenkomt zijn onder andere de Schefflera Compacta en de Schefflera Actinophylla Amate. Van nature is de Schefflera een klimop plant, en heeft daarom ook een stok of iets dergelijks nodig als ondersteuning.

Deze plant heeft extra luchtzuiverende eigenschappen. Schadelijke stoffen zoals benzeen en formaldehyde en andere fijnstoffen die bijvoorbeeld uit je bank of tapijt komen zetten, worden door de wortels van deze plant omgezet in schone zuurstof. Je hebt alleen wel heel veel luchtzuiverende planten nodig om dit effect te bereiken. Meer weten? Lees het hier!

Het sap van de Schefflera kan lichte irritaties op de huid veroorzaken. Verder is deze plant niet giftig.

De Schefflera komt oorspronkelijk uit Australië, en is dus gewend om niet al te veel water te krijgen. Over het algemeen wil de plant gedurende de zomer het liefst in licht vochtige grond staan, in de winter mag de grond wat langer droog blijven. Let er wel goed op dat er geen waterbedje onderin de pot blijft staan. De Schefflera kan heel slecht tegen natte voeten. Hoe vaak en hoeveel je water moet geven hangt heel erg af van temperatuur en de lichtinval op de plek waar de Schefflera staat. Check dus vooral zelf even hoe vaak de plant water nodig heeft door te kijken hoe vochtig de grond is. Zeker de eerste paar weken is dit aan te raden. 

Een beetje zonlicht doet de Schefflera veel goed, maar zeker niet te lang. Per dag heeft deze plant zo'n 3 tot 5 uur direct zonlicht nodig. Een lekker ochtend- en avondzonnetje is bijvoorbeeld ideaal. Zorg er in de zomer voor dat de Schefflera niet gedurende het warmst van de dag in de volle zon staat. De lichtere Schefflera soorten, zoals de Gold Cappela, houden meer van zonlicht dan de donkere soorten zoals de Arboricola. Over het algemeen kan je de Schefflera 3-4 meter van een raam op het zuiden zetten, 2-3 meter voor ramen op het oosten en westen en 1-2 meter van een raam op het noorden. 

Een Schefflera heeft niet veel extra voeding nodig. Als je toch extra voeding wil geven, doe dit dan alleen in de zomer wanneer de plant in zijn groeifase zit. In de winter houdt de plant een winterslaap, en is er dus echt geen extra voeding nodig.

Het is belangrijk om de Schefflera eens in de twee tot drie jaar in een grotere pot te plaatsen. Niet alleen is alle voeding in de grond inmiddels verbruikt, ook heeft de plant ruimte nodig om zijn wortels verder te groeien. Laat je de plant te lang in een kleine pot staan dan heeft dat negatieve gevolgen voor de gezondheid van de plant. Houd bij het verpotten er rekening mee dat de nieuwe pot zo'n 20% breder is dan de plant zelf. Zo heeft je Schefflera weer voldoende ruimte om verder te groeien.

Het snoeien van je Schefflera is alleen nodig wanneer hij te lang wordt of als je een compactere vorm wil krijgen. Knip hiervoor, het liefst in het najaar, de lange takken tot aan de stam af. Zo krijgt de stam gedurende de winter meer zonlicht. In de lente zullen er dan weer nieuwe takken ontkiemen die de Schefflera voller maken. 

De Schefflera is redelijk sterk als het aankomt op ziektes. Alleen wanneer de plant op een plek staat met veel tocht kan er wolluis voorkomen. Dit is eenvoudig te bestrijden door de wolluizen met warm water weg te sproeien, of met bestrijdingsmiddelen.